Het carpale-tunnel syndroom (CTS), vernoemd naar de carpale botten die in de pols een tunnel vormen rond de zenuw die naar de hand loopt. Het is een klacht die meestal veroorzaakt wordt door veelvuldig herhaalde of krachtige hand- en vingerbewegingen. Deze bewegingen leiden tot een zwelling van de pezen en een beknelling van de middelste armzenuw (mediale armzenuw of nervus medianus), met pijnlijke tintelingen, een verlies van spierkracht in en controle over de hand, en pijnscheuten van de hand naar de schouder als direct waarneembare  gevolgen.

CTS is een duidelijk risico voor tal van beroepsbeoefenaren, van mensen die langdurig achter hun computer zitten tot lopende-bandwerkers die dagelijks microtrauma’s aan handen en polsen oplopen door weinig ergonomische werkprocessen, en veel kracht vereisende, frequent herhaalde of anderszins belastende bewegingen.

De gebruikelijke behandeling van een carpaal-tunnelsyndroom omvat uiteindelijk vaak zware medicatie en operatief ingrijpen, hoewel er ook alternatieve methoden bestaan waarmee de symptomen en de belangrijkste klachten verlicht kunnen worden. Een chiropractische behandeling van CTS werd door Davis et al. [1] vergeleken met een conventionele niet-operatieve medische behandeling, waarbij de chiropractiche aanpak als effectief naar voren kwam. Deze benadering biedt dus een waardevol alternatief voor mensen met een ibuprofenintolerantie, of voor iedereen die om welke reden dan ook liever geen medicatie gebruikt.

De mediale zenuw in de pols, die bij beknelling CTS veroorzaakt, is met het ruggenmerg verbonden door openingen in de botten die zich laag in de nek bevinden. Als deze botten uit hun gebruikelijke positie raken of hun bewegingsvrijheid verliezen, kan dat tot problemen in de pols en de vingers leiden. Met een chirporactische aanpak zijn deze botten eenvoudig te herpositioneren, wat beslist kan bijdragen aan de behandeling van CTS.

Als CTS in een heel vroeg stadium gediagnosticeerd wordt, is operatief ingrijpen te vermijden. In die gevallen is een chirporactische behandeling de aangewezen niet-chirurgische aanpak. Een dergelijke behandeling omvat  verschillende technieken met een combinatie van onder meer rust, ijs en elektrische stimulatie, en:

Uit recente onderzoeken, zoals die van J. Burke et al. (2007), is gebleken dat het gebruik van manuele therapiën zoals het mobiliseren van de zachte weefsels (STM) uiterst effectief kunnen zijn bij de behandeling van CTS, met duidelijk positieve effecten op de snelheid van de zenuwgeleiding en de kracht en bewegingsvrijheid van de pols.

Een carpaal-tunnelsyndroom kan zich tot een ernstig probleem ontwikkelen, en als er niet op tijd ingegrepen worden is operatief ingrijpen wellicht onvermijdelijk. Als het syndroom op tijd ontdekt wordt, biedt een chiropraktische aanpak een effectieve, medicijnvrije manier om de door CTS veroorzaakte symptomen en de pijnklachten aan te pakken, zowel op de korte als op de lange termijn.