Ondanks het feit dat voedings-additieven, ofwel de beroemde E-nummers, goedgekeurd zijn door de Europese Unie, gaat het te ver om te zeggen dat ze volledig onschuldig en onomstreden zijn. Zeker na een onderzoek uit 2010 waarin aangetoond werd dat sommige combinaties van additieven in met name snoep, kan leiden tot hyperactiviteit bij kinderen. Maar voor diegene die gevoelig zijn voor bepaalde stoffen, kunnen er meer klachten optreden.
Wat zijn E-Nummers
E-nummers zijn, door de Europese Unie, goedgekeurde hulpstoffen voor voeding. Deze hulpstoffen worden meestal gebruikt olm de smaak te verbeteren, de houdbaarheid te verlengen of om het product een aantrekkelijke kleur te geven.
De ‘onschadelijkheid’ van de E-nummers is gebaseerd op een maximaal toelaatbare dagelijkse hoeveelheid, de zogenaamde Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI). Deze hoeveelheid is gebaseerd op onderzoek met proefdieren, en er is voor de zekerheid een ruime marge ingebouwd. Maar de discussie blijft dat sommige mensen heel sterk kunnen reageren op bepaalde hulpstoffen. En wat gebeurt er als je in een gigantische vreetbui 4 zakken vrolijk gekleurde snoepjes opeet? Er zijn al veel voorbeelden bekend van mensen die erg sterk reageren op bepaalde E-nummers. Dit manifesteert zich in problemen zoals hoofdpijn, diarree en hyperactiviteit. Ook zijn er E-Nummers die je immuunsysteem kunnen aantasten.
De meest schadelijke E-nummers
- E102 – Tartrazine (gele kleurstof)
- E120 – Cochenile (rode kleurstof)
- E211 – Natriumbenzoaat (conserveermiddel)
- E385 – Calciumdinatrium EDTA (stabilisator)
- E461 – Methylcellulose (emulgator)
- E621 – Monosodiumglutamaat (smaakversterker)
- E640 – Glycine (broodverbeteraar)
- E950 – Acesulfaam-K (zoetstof)
- E-951 – Aspartaam (zoetstof)
Lees het etiket!
De Europese regels schrijven voor dat de toegevoegde E-Nummers vermeldt moeten worden op het etiket. Maar hier is veel verwarring over, omdat soms het nummer wordt vermeld, soms de officiële naam en soms ook een vervangende naam die de consument in verwarring brengt. Neem bijvoorbeeld de smaakversterker E621, wat heel veel in chips en soepen voorkomt. Een E-nummer die beslist slecht is voor je gezondheid, maar vaak op het etiket aangeduid worden als een ‘onschuldig’ gistextract, of onder de onschuldig klinkende naam ‘extract van plantaardig eiwit’.
Een leven zonder E-nummers?
Er zijn mensen die proberen om helemaal E-Nummer-vrij te leven, maar dat is erg moeilijk. Is ook niet echt nodig, want er zijn genoeg ‘gezonde’ E-nummers waar een gezond lichaam helemaal geen last van heeft. Als je toch geschrokken bent van bovenstaand lijstje, kun je het volgende doen:
- Maak, naar aanleiding van de inhoud van je keukenkastjes, een lijst met de 30 meest gebruikte producten.
- Controleer alle etiketten op de gebruikte E-Nummers en zoek de informatie hiervan op internet.
- Indien er een E-nummer tussenstaat die je niet wilt eten, ga dan op zoek naar een vervangend product.
- Maak naar aanleiding hiervan een nieuwe, E-nummer-arme, lijst en baseer daar iedere week je boodschappen op.
Op deze manier kun je al heel veel E-Nummers buiten de deur houden.
Biologisch is beter!
Als je helemaal zeker wilt zijn dat er geen slechte E-nummers in je eten verwerkt is, ga dan alleen biologische producten kopen. Ook aan biologische producten zijn E-Nummers toegevoegd, maar alleen de ‘gezonde’ versies. Deze hulpstoffen moeten te allen tijde ook biologisch gemaakt zijn, gebaseerd op natuurlijke grondstoffen.
Als je biologisch wilt eten, moet je letten op de juiste keurmerken van EKO of DEMETER. Hierdoor ben je zeker van een goed biologisch product.
Maar als je échte biologische producten wilt kopen, meestal helemaal E-Nummer-vrij, ga dan naar de lokale boer en koop direct aan de boerderij. Heel veel boeren hebben een kleine winkel naast of in de boerderij om producten direct aan de consument te verkopen. Eerlijke producten, vers van het land en over het algemeen ook nog goedkoper dan in de supermarkt.
Wat wil je nog meer!