Wat eten we vanavond? Sperziebonen, aardappelen en een lekker stukje vlees met E-coli…hmmmmm…
Het weer eens zover: Met een bepaalde regelmaat duiken er weer berichten op over misstanden in de voedselketen. Afgelopen voorjaar was er een ‘probleempje’ met paardenvlees, op zich niet gevaarlijk, maar wel een vreselijke vorm van bedrog. Nu is het de poep-bacterie, ofwel de E-coli bacterie die op 60% van het verpakte vlees voor schijnt te komen. Het mag duidelijk zijn dat dit wél gevaarlijk is. Gevaarlijk voor de volksgezondheid, ten gunste van de winstrekening van de fabrikanten. En dan is er nog het feit dat één van de grootste vleesleveranciers van Europa, sjoemelt met vlees. Er zou duurzaam vlees voor een ‘duurzame’ prijs verkocht worden, wat uiteindelijk gewoon vlees blijkt te zijn. Allemaal erg genoeg, maar laten we dat eerst maar even achterwege laten.
Wat doet die E-coli op mijn vlees?
Als vee wordt geslacht, wordt het karkas opengesneden en worden alle organen verwijderd. Hierbij worden onder andere de darmen opengesneden om deze leeg te laten lopen. Tijdens deze handeling schijnt er ontlasting van het dier op het vlees te komen. Op zich niet erg smakelijk, maar niet erg. Tenminste, als er aan de regels voldaan wordt. En de regels zijn in zo’n geval duidelijk: Het stuk vlees waar de ontlasting terecht gekomen is, moet ruim weggesneden worden, en moet vernietigd worden. In de praktijk werkt het helaas anders: Het vlees wordt gewoon afgespoeld of afgeveegd, en geen mens die er nog iets van ziet. Maar het resultaat is veel erger, want de besmetting wordt op deze manier over een groot deel van het vlees verspreid. Een mogelijke besmettingshaard zoals dit, moet worden opgemerkt door de medewerkers die aan het slachten zijn, of in ieder geval door de vleeskeurmeesters die als laatste het karkas keuren voordat het in het koelhuis verdwijnt voor definitieve verwerking.
Is de E-coli bacterie gevaarlijk?
De E-coli bacterie komt van nature voor in de darmen en de ontlasting van mensen en dieren. Op zich geen groot probleem, want het is juist deze bacterie die er voor zorgt dat andere (meer) schadelijke bacteriën geen kans krijgen om zich te manifesteren in de darmen. De bacterie heeft dus een duidelijke functie. Wist je dat er, met onze ontlasting, per dag ongeveer 10.000.000.000 (10 miljard!) E-coli bacteriën ons lichaam verlaten?
Het is afhankelijk van het soort E-coli bacterie, maar de vormen die de gifstof Shigatoxine produceren vormen de grootste bedreiging. Het is deze gifstof die ons uiteindelijk ziek maakt.
In veel gevallen merk je hier niets van, maar het kan uitmonden in klachten zoals diarree, braken en misselijkheid. In meer ernstige gevallen kan het leiden tot sterke vermindering van de nierfunctie en bloedafbraak.
Het zijn met name ouderen, zwangere vrouwen, jonge kinderen, en andere mensen die een verlaagde weerstand hebben, die extra gevoelig zijn voor deze bacterie.
Kun je je nu voorstellen waarom je zorgvuldig je handen moet wassen als je net van het toilet gebruik gemaakt hebt?
Twee kanten van het verhaal
Het feit blijft dat de fabrikanten hier schuldig aan blijven, want weggesneden vlees kost geld, véél geld. Daarbij komt het feit dat een keurmeester gemiddeld 30 seconden de tijd heeft om een karkas te controleren. Naar nu blijkt, is dat niet genoeg. Maar de andere kant van het verhaal is de vraag naar goedkoop vlees. We willen allemaal een stukje vlees, maar wel zo goedkoop mogelijk. Dat forceert de fabrikant om de productietijd zoveel mogelijk te bekorten. Dit is dezelfde reden waarom er nog steeds kiloknallers/plofkippen bestaan.
De schuldvraag blijft bij de fabrikant, maar het verhaal heeft ook een andere kant.
Wat zijn de alternatieven?
Je weet op een bepaald moment niet meer wat je moet kiezen. Kun je de fabrikanten nog vertrouwen? En de keurmerken? Je betaald voor een stukje vlees, maar je weet eigenlijk niet waar het vandaan komt, en of het inderdaad dat beloofde, gezonde, malse stukje vlees is wat men op de verpakking belooft.
Jazeker, er is een alternatief. Maar zoals altijd zal dit wat duurder zijn. Maar aan de andere kant, als je beslist een stukje vlees op je bord wilt hebben, moet je overwegen wat je liever hebt: Een E-coli besmetting of een hogere kiloprijs.
Het alternatief bestaat uit het kopen van vlees bij de lokale (bio)boer. Er zijn boeren die zelf hun geslachte vlees verkopen. Natuurlijk hoef je dit niet direct te vertrouwen, maar het voordeel is wel dat je zelf op de boerderij kunt kijken hoe dit werkt. Of er schoon wordt gewerkt en of aan alle regels wordt voldaan. Je kunt praten met de boer zelf. Heb jij ooit de kans gehad om met Albert Heijn persoonlijk te praten over dit probleem?
Ga dus gewoon lokaal je vlees kopen, en laat het industrievlees voor nu maar even links liggen.